Laat niemand binnen

Laat niemand binnen

Wat ze ook verzinnen

Acht tips om diefstal door een babbeltruc te voorkomen.

Keurmerk Veilig Wonen
  1. Kijk wie er heeft aangebeld, voordat u de deur open doet. Kent u de persoon niet of vertrouwt u het niet? Vraag dan eerst wie hij/zij is en wat hij/zij komt doen. Vertrouwt u het nog niet? Bel dan 112.
  2. Zorg dat u de deur op een kier kunt zetten, bijvoorbeeld met een kierstandhouder. Of laat een kijkgaatje in uw deur maken. Zo kunt u zien wie er voor uw deur staat zonder uw deur open te doen.
  3. Vraag altijd naar een legitimatiebewijs. Ook als iemand zegt dat hij/zij van de gemeente, een bedrijf of instelling is. Heeft iemand geen legitimatie bij zich, maak dan een nieuwe afspraak. Vertrouwt u het niet, bel dan 112.
  4. Om aan hun buit te komen maken sommige dieven gebruik van geweld. Raak dan niet in paniek. Blijf altijd rustig en probeer met praten de man of vrouw naar buiten te krijgen. Kijk goed en probeer te onthouden hoe hij of zij er uit ziet. Zijn ze de deur uit, kijk goed door het raam waar ze heen lopen. Bel direct 112 en vertel uw verhaal.
  5. Loop nooit met iemand mee naar buiten. Vaak komen de dieven met z`n tweeën. De ene persoon maakt een praatje met u, terwijl de andere uw huis binnensluipt om uw spullen te stelen.
  6. Doe uw achterdeur op slot als u alleen thuis bent. Soms komt iemand via de achterdeur uw huis binnen, terwijl u bij de voordeur staat te praten.
  7. Geloof niet alles wat mensen tegen u zeggen. Oplichters vertellen vaak mooie of juist heel zielige verhalen. Ze willen bijvoorbeeld bellen, hebben geld nodig of willen u juist iets geven. Of ze zeggen dat ze bij een bank óf de thuiszorg werken. Medewerkers van dit soort bedrijven komen niet zomaar langs, zij maken van te voren een afspraak.
  8. Vertrouw niet iedereen. Zelfs kinderen of moeders met kinderen kunnen oplichters zijn. Of mannen in nette pakken.